Belangrijke informatie voor eigenaren van konijnen
Misschien heeft u er al iets over gehoord, maar op dit moment komen er vanuit het hele land meldingen binnen van konijnen die plotseling overlijden. Het gaat hier om zowel wilde als tamme konijnen. Uit onderzoek door de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht is gebleken dat de konijnen zijn gestorven als gevolg van een nieuwe variant van de ziekte VHD (Viral Hemorrhagic Disease), ook wel RHD (Rabbit Hemorrhagic Dissease) genoemd.
VHD is zeer besmettelijk en een geïnfecteerd konijn sterft meestal binnen 24-48 uur. Symptomen kunnen zijn benauwdheid en bloedingen. Maar vaak is er echter niets te zien aan het konijn totdat het sterft.
De ziekte verspreidt zich door direct contact tussen konijnen en ook indirect via urine, uitwerpselen, water, voedsel, kleding, handen en hokken. Stekende insecten kunnen ook een rol spelen in de verspreiding. Het RHD-virus, wat VHD veroorzaakt is niet gevaarlijk voor mensen of andere gezelschapsdieren zoals honden, katten, cavia’s en andere knaagdieren.
De vaccins die op dit moment in Nederland geregistreerd zijn voor konijnen bieden helaas geen bescherming tegen deze nieuwe variant van het RHD-virus. De apotheek van de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht heeft vaccins geïmporteerd die wel werkzaam zijn tegen deze nieuwe variant en verspreid ze nu onder dierenartsen. Ook wij hebben een aantal van deze vaccins besteld voor de eigenaren van konijnen die graag hun konijn willen laten vaccineren.
Verspreiding beperken
Hoewel het vaccin dat bescherming biedt tegen RHD2 inmiddels beschikbaar is, blijft het belangrijk om maatregelen te nemen om besmetting en verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
Advies
De faculteit Diergeneeskunde adviseert de volgende maatregelen:
Voor particuliere eigenaren van konijnen
- Ruimtes waar mogelijke besmette konijnen zijn geweest dienen grondig gereinigd te worden met water en zeep en daarna gedesinfecteerd te worden. Voorbeelden van bruikbare desinfectiemiddelen zijn onder andere Virkon-S® en natriumhypochloriet. Deze zijn te koop bij dierenspeciaalzaken, agrarische winkels etc. Uw dierenarts kan u hierover ook adviseren.
- Voer geen (vers) gras of groente van buiten (moestuin) aan uw konijn. Kijk ook uit met het voeren van hooi of kuilvoer waarvan u vermoedt dat wilde konijnen er bij kunnen zijn gekomen.
- Voorkom direct contact van uw konijn met konijnen uit het wild. Als er wilde konijnen in de buurt van uw huis voorkomen kunt u overwegen om uw konijn (tijdelijk) binnen te huisvesten. Neem ook geen zieke konijnen uit het wild mee naar huis.
- Goede (hand)hygiëne is belangrijk om verspreiding van het virus te beperken; was uw handen extra goed met water en zeep vóór en na het voeren en verzorgen van uw konijn.
- Pas op met besmette konijnenveldjes (besmet met urine van wilde konijnen). Via uw schoeisel kan het virus verspreid worden. Houdt u uw konijnen binnen? Wissel van schoeisel bij het naar binnen gaan. Houdt u uw konijnen buiten, bijvoorbeeld in een ren in de tuin? Dan kunt u daar het beste andere schoenen dragen dan dat u op straat draagt. Laat uw konijnen in ieder geval niet in contact komen met schoeisel waarmee u over mogelijk besmet terrein heeft gelopen.
- Aangezien stekende insecten ook een rol kunnen spelen in de verspreiding, kan een goede insectenbestrijding ook bijdragen aan vermindering van het risico.
- Laat bij acute sterfte onder uw konijnen een pathologisch onderzoek uitvoeren. Uw dierenarts kan u hierbij adviseren.
- Treft u dode wilde konijnen aan? Meld deze dan bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) via hun website www.dwhc.nl/report.html.
- Speciaal voor konijnenopvangadressen, kinderboerderijen etc.: het is aan te raden het ‘verkeer’ van konijnen te minimaliseren, tenzij er een goede quarantainevoorziening aanwezig is. Ieder nieuw konijn kan immers een risico inhouden.
Voor meer informatie kunt u kijken op de website van de faculteit Diergeneeskunde
http://www.diergeneeskunde.nl/